Mijn winkel is niet zo’n zaak met verschillende verdiepingen waar je een dagje kan gaan shoppen. Hoewel dat ook heel leuk zou zijn. Maar de detailhandel is niet mijn vakgebied. Waarom heb ik dan toch een kleine winkel naast mijn atelier heb aangelegd: daar kan ik een eenvoudig antwoord op geven. Gewoon: omdat het handig is. Tijdens de lessen is het regelmatig gebleken dat bijvoorbeeld ineens de vlieseline op is op een cruciaal moment. Ook komt het voor dat beginnende cursisten graag wat advies en uitleg willen hebben bij de verschillende accessoires die nodig zijn als basisuitrusting. De tarnmesjes, naaimachinenaalden, kopspelden, patroonpapier liggen mooi uitgestald om onder de loep genomen te worden. Ook is het handig gebleken eens te kijken welke materialen geschikt zijn bij de lap stof die je al in huis had. Even snuffelen tussen de spulletjes kan je daarbij verder helpen.
Naast de praktische voordelen die mijn winkel biedt, houd ik blijvend mijn blik open voor nieuwe materialen en noviteiten die met mijn vakgebied te maken hebben. Zoals ik dat altijd gewend ben. Het inkopen en laten zien van nieuwe materialen in mijn Pop-up winkel is voor mij een leuke nieuwe stap!
De temperaturen stijgen boven de 30 graden uit. Dus is het tijd voor kleding die als een tweede huidje aanvoelt en goed vocht opneemt.
Viscose en Lyocell hebben deze eigenschappen en worden bovendien omschreven als stoffen met een “luxe uitstraling”. Wat mooi meegenomen is als je bij deze tropische temperaturen fris en ongekreukeld voor de dag wil komen.
Is Viscose een natuurproduct of niet? Die vraag kan ik met “ja” en ”nee” beantwoorden.
Viscose wordt gemaakt van natuurlijke houtvezels. Natuurlijker kan het niet. Maar het is logisch dat deze bewerkt moeten worden. Dit gebeurt met de chemicaliën koolstofdisulfide en zwavelzuur. En dat is zeker niet “natuurlijk” te noemen.
Gelukkig is er een alternatief ontwikkeld waarbij de eigenschappen van Viscose bewaard blijven, maar waar het productieproces veel milieuvriendelijker is. Die stof heet Lyocell. ( ook wel bekent onder de gepatenteerde naam Tencel). De houtvezels komen onder andere van de eucalyptusboom. De bewerking van deze nieuwkomer in stoffenland gebeurt met minder schadelijke stoffen die bovendien weer hergebruikt worden. Zo komt zo min mogelijk afvalwater in het milieu.
Wil je een milieubewust jurkje of T-shirt maken? Dan is Lyocell de betere keuze.
Heb jij ook een Yoshida Kōgyō Kabushikigaisha? Ik weet zeker van wel. Wie heeft er geen. Als ik YKK zeg dan komt dat bekender voor. Het is de rits die waarschijnlijk verwerkt is in je broek, je rugzak, je jas, je rok, je portemonnee en als je kampeert zoals wij….in je tent. Een Noordwesterstorm kan deze ritsen niet kapot krijgen.
Over kamperen gesproken: vorige week zetten wij onze tent (met YKK rits) op in Sneek. Laat daar nou toevallig al een halve eeuw de Nederlandse tak van het Japanse bedrijf staan. Het zijn gewoon de beste ritsen van de wereld. Ze zijn stevig mooi en betrouwbaar. Er is haast geen merk dat geen gebruik maakt van YKK.
Alles kits met die rits: in Sneek zijn ze trots op hun ij-k-k.
Dat wij bij Textiel en Vorm werken met de Yoshida Kōgyō Kabushikigaisha: dat spreekt voor zich.
Met een spijkerbroek is het altijd wat. Veel leuks…maar ook wel wat lastigheden. Met name de zoom. Die is dik en stug. Een spijkerbroek kopen: hoe vaak maak je mee dat de broek die aan alle kanten perfect zit qua lengte ook precies goed is?
Vroeger: legde ik die zoom er even in met de hand. Op een manier die altijd weer los ging. Op school had ik veiligheidsspelden bij me. Om het even snel te fixen als het weer zover was. Met kauwgom had het ook gekunt (dat toch maar niet). Of met een nietmachine. Maar om deze nou mee te nemen in je schooltas? Later toen rafels onderaan je broek in de mode waren was het makkelijk. Een zoom was not-done.. Dus trokken we de zoom gewoon een beetje los.
Nu: Rafels zijn uit de mode. Met de hand de broek omzomen ook. Kauwgom, veliligheiddsspelden en niet-machines ook. Nu zijn er speciale technieken. En speciale materialen. En speciale garens. En goede naaimachinevoetjes.
Een perfecte rand onderaan de spijkerbroek is de norm. Een zoom waarbij de karakteristieke spijkerbroeken-rand toch zichtbaar blijft.
Die leer je maken bij Textiel en Vorm.
edited by: pomelo.nu