Modegiganten laten zich natuurlijk vaak inspireren door oude technieken en toepassingen.
Zo liet Coco Chanel (1883-1971) zich terug voeren naar vervlogen tijden en kwam uit bij het Romeinse rijk. Waar het quilten een bezigheid was die wellicht ontstond om lekker warm te blijven. Want: quilten is het op elkaar stikken van een aantal lagen textiel zodat een “Puffy” resultaat ontstaat. Een quilt is van oorsprong een doorgestikte deken. Warm, dik en comfortabel.
Nou zal Coco in het quilten niet als hoofdzaak een warmtebron gezien hebben. Want hout-en kolenkachels en later de centrale verwarming deden dat warm houden vast voor haar. Zij zal op zoek zijn gegaan naar een modieuze toepassing van de doorgestikte stoffen die eigentijdse originaliteit uitstraalde. En een mogelijkheid om zich te onderscheiden. Zo ging zij ontwerpen maken die geschikt waren om te quilten.
We kennen het resultaat. De tasjes. De dure tasjes die zo vaak nagemaakt worden over de hele wereld. De kopieën onderscheiden zich vaak niet van de “echte”. Nog steeds is het een modeartikel dat in Fashionland niet meer is weg te denken.
Dat hadden de Romeinen toch nooit gedacht.
De volgende keer schrijf ik over nog een techniek die ver terug voert. Patchwork. Daarbij komt een andere modeontwerper automatisch in beeld: Karl Lagerfeld.